Bouvier - Washerwijk

In 1915 richtten een aantal Belgen die in Londen verbleven een vereniging op, “Asiles des soldats invalides belges” (A.S.I.B., soms vertaald als “Tehuizen voor Belgische verminkten”). Ze had zich tot doel gesteld gratis onderdak te verschaffen aan invalide Belgische soldaten, zowel tijdens als na de eerste wereldoorlog. Deze vereniging kon nooit rekenen op overheidssubsidies, maar verzamelde zeer grote giften. Zo kocht A.S.I.B. na de oorlog huizen en stelde deze ter beschikking, of gaf ze invaliden een huurtoeslag of een lening om een huis te kopen. Gezien de schaarste aan woningen na de oorlog, ging de vereniging al snel over tot de aankoop van grond en de bouw van goedkope woningen met de gewenste voorwaarden op het gebied van comfort en hygiëne, onder toezicht van de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken (NMGWW). Op die manier werd de actie van de vereniging geïntegreerd in het wederopbouwbeleid van het land.

Zo werd in de jaren 1923-1924 een nieuwe wijk van 40 huizen gebouwd in Kraainem, te midden van de velden. A.S.I.B. wilde echter een te grote concentratie van invaliden vermijden en opteerde voor een gemengde wijk: een aantal percelen werd verkocht aan particulieren; de rest bleef eigendom van A.S.I.B. of van haar dochteronderneming, “Le Foyer du Mutilé”, en was bestemd voor de opvang van invalide soldaten en hun gezinnen.

Het ontwerp van de wijk werd toevertrouwd aan de architect Fernand Delbrassinne. Hij tekende een kleine tuinwijk in cottage-geïnspireerde stijl. De 40 huizen moesten een standaardplan volgen en homogeen zijn van stijl, zonder evenwel identiek te zijn: de architect streefde naar harmonie, met elementen van variatie. De huizen zijn gerangschikt rond een driehoekig plein en een T-vormige straat; viergevelwoningen wisselen af met huizen gegroepeerd per twee, drie of vier. Alle woningen zijn opgetrokken uit baksteen en hebben een hellend dak. Talrijke elementen dragen bij tot de charme van deze wijk: puntgevels, overluifelde deuren, houten luiken, vlechtwerk van bakstenen in de puntgevels, overstekende daken, kleine pannendakjes boven de dakkapellen, afgeronde traveeën boven de deuren en ramen, voortuinen, enz.

Vandaag is de tuinwijk ingesloten tussen de Wezembeeklaan (nummers 86-90), de Jules Adantstraat (nummers 21-41) en de tuinen aan de achterzijde van het Edmond Coppensoord en de Korenbloemstraat. In 1926 werd aan de kant van de Jules Adantstraat een toegangsboog gebouwd, die echter in 1956 ernstig werd beschadigd. Aangezien de afmetingen niet meer aangepast waren aan het verkeer en de grootte van de voertuigen, werd hij niet herbouwd.

Particulieren of bedrijven die A.S.I.B. een som schonken die overeenkwam met de waarde van een huis, konden een herdenkingsplaat op de gevel laten aanbrengen. Sommige zijn nog zichtbaar. Onder de gulle gevers waren Alfred Bouvier, een rijk zakenman, en zijn echtgenote Laure Washer; hun zoon Jacques, oorlogsvrijwilliger, kwam in 1916 om het leven aan het IJzerfront, getroffen door een obus (gedenkplaat voor deze tragische dood, helaas zwaar beschadigd, op het huis nr 3 Bouvier-Washerstraat). Alfred Bouvier was lid van de raad van bestuur van de vereniging, maar het was vooral Laure Bouvier-Washer die zich onvermoeibaar inzette in de organisatie van  A.S.I.B., om giften te stimuleren, geschikte onderkomens te vinden, te luisteren naar de behoeften van de invaliden en zelfs de bouw van de tuinwijk op de voet te volgen. Zij speelde een leidende rol die de vereniging in staat stelde om in minder dan tien jaar bijna 1100 invaliden te voorzien van een gratis onderkomen, als erkenning voor hun heldenmoed en opofferingen. Voor haar inzet ontving zij het ereteken van ridder in de Leopoldsorde en gaf A.S.I.B. de tuinwijk en de straat die erdoorheen loopt de naam “Bouvier-Washer”.

Meer info

Agentschap Onroerend Erfgoed 2017: Bouvier-Washerwijk, Inventaris Onroerend Erfgoed [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/106937